dinsdag 7 juli 2015

Dinsdag 7 juli: Boeing en inleveren RV

Onze laatste dag van de vakantie (de reisdagen niet meegerekend). Aangezien we de RV pas 'smiddags voor 15 uur hoeven in te leveren , hebben we de gehele ochtend nog om te besteden. Dat doen we door een bezoek te brengen aan de Boeing fabriek. Zij bieden een 1,5 uur durende tour aan (future of flight) waarbij je vanaf een bezoekersbordes een blik kan werpen (niet letterlijk, je mag namelijk niets meenemen) in de immens grote assemblagehal. We hebben de tour van 10:30 u geboekt. Hoewel het volgens de campingeigenaar maar een 10 minuten rijden is, is het de bedoeling rond 9:30 weg te rijden. Dus voor die tijd nog de resterende opruimwerkzaamheden doen: alle restanten uit de koelkast en voorraadkast dumpen, vloer soppen en als laatste de vuilwatertanks dumpen. We zitten op een full-hookup plaats dus kwestie van de put opendoen, slang er in hangen en schuif openen. Zo gezegd zo gedaan, maar de put was verstopt waardoor de inhoud van de slang over straat ging. Shit! Achteraf bleek dat deze plek zo klein was dat hij al geruime tijd niet meer in gebruik was. Door de RV 180 graden te draaien, konden we lozen op de put van de buurman. Dit had wel de nodige vertraging tot gevolg. Het vullen van de propaantank wat mogelijk was op deze camping, moet noodgedwongen maar wachten tot na de tour.
Na 10 minuten rijden zien we inderdaad de grote Boeing hal voor ons verrijzen. Echter we zien geen borden die wijzen naar de tour, en dat hadden we wel begrepen van de site. We rijden dus 2 maal verkeerd en vragen de weg maar bij de VIP-visitor ingang. Uiteindelijk draaien we om 10:25 u de RV de parking op van het tourbezoekerscentrum en kunnen nog net aanschuiven voor de 10:30 tour. Met een bus rijden we eerst over een terrein waar de vliegtuigen klaar staan voor de testvluchten en opgehaald kunnnen worden door de kopers. Dan naar de assemblage hal die zo groot is dat er een heel Disney park, plus parkeergarage in past. We zien de assemblage lijnen van de 747, 777 en 787. Deze laatste (dreamliner) is grotendeels van composiet gemaakt. Elke 3 dagen rolt er wel een vliegtuig uit de hal. Wil je meer over zien en weten, kijk dan maar eens naar de vele YouTube filmpjes die er zijn. Bij het ontvangstgebouw heb je uitzicht op de startbaan die gebruikt wordt voor de testvluchten. Op het moment dat wij er zijn, gaat er net een machine van Air Canada de lucht in. Het valt op dat deze weinig geluid maakt en dat we geen kerosinelucht ruiken (kan natuurlijk ook door de windrichting komen).
Op de parkeerplaats staat een ander Cruise Amerika camper naast ons met een Hollandse familie die nog maar 2 dagen onderweg is. Daar konden wij mooi onze voorraad firewood en bbq spullen aan kwijt. Ze waren al voorzien van vouwstoelen dus die proberen we bij de verhuurder nog wel kwijt te raken. Dan rest ons de laatste activiteiten: propaan en benzine tank afvullen. Om 14:30 u leveren we de camper in. De inspectie blijft beperkt tot het noteren van de mijlen en check van tankinhoud.
De taxi laat niet lang op zich wachten en om 15:00 zijn we op weg naar een vliegveld hotel (Red Lion) van Seatac Airport (vliegveld tussen Seattle en Tacoma). Zo'n 30 mijl rijden wat buiten de spits circa 45 minuten duurt. Maar nu neemt dit ruim 1,5 uur in beslag. Zijn wij blij dat de taxirit bij het verhuurarrangement( early bird) is inbegrepen. De taxi chauffeur krijgt naast z'n fooi 2 blikken Budweiser mee, wij hebben nog genoeg aan de 3 colablikjes.
In het hotel gaan we even lekker uitpuffen. Hierna de koffers opnieuw inpakken en weggooien wat er niet meer inpast. Kees werkt de blog nog bij van de laatste 2 dagen en dan is het slapen geblazen.
We kunnen terugkijken op een hele mooie en geslaagde vakantie. In 36 dagen hebben we 4720 mijl afgelegd, toch iets meer dan de 4000 die we van te voren ingeschat hebben.

Dit is dan ook bijna het einde van deze blog. We begrijpen dat de thuisblijvers genoten hebben van onze verhalen en foto's. Hartelijk dank voor de leuke reacties Wil je meer zien en horen van deze USA-reis, wees welkom in ons huis de komende tijd. Een nabeschouwing komt als we thuis zijn.




maandag 6 juli 2015

Maandag 6 juli: via Whidbey Island naar Everett

Het einddoel van deze dag is omgeving Everett. Hier moeten we dinsdag de RV inleveren. Het plan is om op ons gemak en via een toeristische omweg hierna toe te gaan. Bij Port Townsend pakken we we ferry naar Whidbey Island en dan via Anacortes de Interstate 5 naar Everett.
Omdat het maar een 100 mijl is doen we het s'morgens rustig aan. Op ons gemak ontbijten en koffiedrinken voordat we van deze mooie plek wegrijden. Op Bainbridge Island staan prachtige huizen, veelal gelegen in een bosachtige omgeving en soms met uitzicht op het water. Met een beetje mazzel kan je rond de eilanden orka's zien zwemmen. Dat geluk hebben we ditmaal niet.
We hebben wel 20 minuten voor een open brug gestaan om 2 kleine marineschepen te laten passeren. Op de weg naar Port Townsend krijgen we welk een andere “verrassing” te verwerken: Opeens zien we op een paar meter voor de auto een mountain lion, ook wel cougar genoemd, verschijnen. Dit panterachtig dier moet vanaf de rechterkant de weg opgesprongen zijn. Allebei zien we de kop van de moution lion heel duidelijk voor de motorkap. Het gaat zo snel dat Kees geen tijd heeft om te remmen. We horen een doffe klap en beseffen dat we het dier geraakt moeten hebben. Kees ziet in zijn linker buitenspiegel stukken spatbord en plastic over de weg slingeren maar ziet nu ook dat een tegenligger (personenauto) ook de berm in gaat met zijn alarmlichten uit. Wij zetten zo snel als mogelijk de RV aan de kant en zien tot onze verbazing geen schade aan onze auto. Dus moet de schade wel van de tegenligger zijn. Met het fototoestel in de hand lopen we naar de andere bestuurder toe, in de verwachting dat er een gewond of dood dier op de weg moet liggen. Dat blijkt niet het geval te zijn. De bestuurder zag ook in een flits de moutain lion voor zijn auto verschijnen en heeft hem dus wel geraakt maar het dier moet nog kans gezien hebben om met een grote sprong de ruim 3 meter hoge berm (de weg liep langs een beboste heuvel) in te springen. Spoorloos verdwenen dus we weten niet hoe gewond het dier was. Bij de verschillende visitors centra hebben we foto's en beschrijvingen gezien van het dier waarruit bleek dat het een schuw dier is dat zich zelden laat spotten. Het is een gevaarlijk roofdier dat onder andere herten op zijn menu heeft staan. Ook de andere bestuurder had direct gezien dat het een mountain lion was. Dus geen enkele twijfel.
Helaas geen fotobewijs, maar om indruk te krijgen wat wij in 1 seconde voorbij zagen komen, is een foto van internet toegevoegd.
Wat een shake moment zeg! En eigenlijk ook wel blij dat we hem toch gemist hebben, of misschien tot een tik gegeven maar in ieder geval geen schade. Wel zonde dat zo'n dier nu misschien ergens in het bos ligt te creperen van de pijn.
Bij Port Townsend hebben we tijd om even op adem te komen. De boot is net vol als wij aankomen en we verkorten het wachten met een kop koffie en een boterham. Om 13 uur zijn we aan de overkant op het eiland Whidbey. Bij de ferry hadden we een infobord gezien dat er op het eiland zo'n 60 paren bald eagles zitten. We hadden nog geen halve mijl gereden of Hetty ziet op een paal een grote vogel zitten met een witte kop en gele snavel: the eagle. We zetten de RV direct aan de kant( veilig op een parkeerplaats natuurlijk) en lopen voorzichtig richting de vogel, steeds een foto makend. Omdat we te dichtbij komen vliegt hij op en landt even verderop weer op een houten paal. Dit weten we goed vast te leggen. Whouw.... wat een dag zeg!
Al toerend vinden we dat deze omgeving veel weg heeft Denemarken. Het ziet er allemaal erg verzorgd uit (in tegenstelling tot dat we op het platteland van diverse staten gezien hebben) en de afwisseling van de baaien met de groene beboste heuvels, kleinschalige akkerbouw, prachtige huizen , maken het dat het met plezier toeren is door deze streek. Niet indrukwekkend zoals de diverse nationale parken die we bezocht hebben, maar wel een streek waar wij ons in thuis voelen. Dit zou ook een prima zeilgebied zijn, hoppend van het ene eiland naar het andere en dan nog een orka spotten.

Het laatste stuk over de Interstate 5 is kort gezegd saai maar schiet wel op. Al met al is de middag al ver gevorderd en we moeten nog een camping op zoeken. Dat doen we zoals we wel vaker gedaan hebben deze vakantie bij een Mac Donalds onder het genot van een ijsje en milkshake. Nu blijkt er in Everett direct naast de Cruise America RV verhuurder een RV-park te zitten. Dus gaan we die opzoeken. Er blijkt nog 1 plek over te zijn maar dat is wel een erg klein plekje. Voor de ene nacht zitten we daar niet mee. Stilzitten is er deze avond ook niet bij want we moeten de wagen uitmesten, schoonmaken en de koffers pakken.








Zondag 5 juli: Seattle

Het einde van onze vakantie komt al in zicht. Voor vandaag staat er een bezoekje aan Seattle op het programma. Om niet met de RV in de stad te verzeilen, kiezen we er voor om de ferry te nemen vanaf Bainbridge Island. Op dit eiland ligt in het noordoosten het Fay Bainbridge Park waarop ook enkele kampeerplaatsen zijn op basis van first come – first serve. Daarom gaan we eerst een plekje claimen. Het bordje Full hangt er nog maar diverse gasten zijn al aan het opruimen en we hebben dus een plekje voor die avond. Na de koffie rijden we naar de ferry, waar een groot parkeerterrein gelegen is voor iedereen die de auto aan deze kant wilt laten staan. Dit is alleen betaald parkeren en aangezien we met de RV 2 plekjes in beslag nemen, betekent dit 2 maal $12 dokken in een automaat. Dat hebben we er op zich wel voorover, maar je moet hier met gepaste biljetten betalen. En laten we nu voornamelijk 20 dollar biljetten hebben en nog maar een enkele 1 dollar biljet. Dus dat wordt eerst wisselen. Echter een particulier terrein naast de parking biedt P-plaatsen aan voor 8 dollar. We besluiten hier voor te gaan. Het geld moet nu in een envelop gestopt worden waarop je je kenteken schrijft, en dat wordt gedeponeerd in een brievenbus van een huis waar niemand aanwezig is. We stoppen er dan maar 1 biljet van $20 in en zien na afloop wel hoe we het wisselgeld krijgen. Beetje raar, want je hebt geen ontvangstbewijs of iets dergelijks,maar aangezien de ferry op punt van vertrekken staat en we geen zin hebben 50 minuten te wachten op een volgende laten we het maar zo. We zijn de laatsten die aan boord gaan zonder dat je een kaartje hoeft te kopen als voetganger. Dat is een mooie compensatie voor het parkeergeld. Het is zo'n 35 minuten varen en dan wordt je in downtown Seattle afgeleverd. Het lijkt wel de oude enkeldekker van Texel wel. Hetty wordt weer helemaal blij. Om 12 uur lopen we de boot af. Het is al behoorlijk warm dan. Eerst gaan we richting Pioneer Square waar nog gebouwen staan van begin 1900. Wat ons opvalt is de grote hoeveelheid zwervers die hier liggen/zitten/rondzwerven. Niet dat je er last van hebt (hoewel, op sommige plekken is de urinelucht duidelijk aanwezig) maar een gezellig beeld is anders. We lopen door naar China Town, een vervallen tempelpoort doet lijken op China Town van San Fransisco. Maar daar blijft het dan ook bij. De sfeer die er in San Fransisco is, is hier ver te zoeken. We lopen vervolgens naar de bibliotheek die door Rem Koolhaas ontworpen is. Het gebouw is gelukkig open op zondag, en we gaan in de leeszaal even lekker afkoelen en de snelheid van het internet beproeven. Dat is hier uitmuntend. We gaan hierna lekker op ons gemak lunchen aan de pier bij een oester en visrestaurant. Kees gaat voor 3 verschillende oesters (op de kaart stonden er 12) en wilde Alaska zalm bereid op de plank. Hetty kiest voor parpadella (pasta) met schelpen (sorry, naam vergeten). We zaten lekker buiten in de schaduw van een parasol maar wel met een afkoelende zeebries, met uitzicht op de ferryterminal. Dit was genieten, zowel van het eten (incl glaasje witte wijn) alsmede de ambiance. Hierna slenteren we verder langs de pier/boulevard op weg naar Pike market, de bekende “boeren”markt van Seattle. Nu merken we pas hoe heet het geworden is. Dat maakt het wandelen er niet makkelijker op. Zeker niet als je de steile straten haaks op de pier op moet. Dit lijkt overigens wel weer op San Fransisco. Op de overdekte markt is het druk. Voor de prijs hoef je hier niet te zijn. De vis, maar ook de groente wordt duur betaald (bosje wortelen, ca 10 stuks, $4). De vermoeidheid slaat toe en we besluiten om maar terug te lopen naar de ferry terminal. Met 30 gr is een stad bezoeken geen pretje. We missen net de boot dus wordt het wachten op de volgende. Nu zien we wel poortjes waar we door moeten en het blijkt dat je vanaf deze kant wel moet betalen als voetganger (het lijkt Texel wel). Op het dek van de boot koelen we lekker af. Het gezicht op Seattle is nu mooier dan op de heenweg. Maar het is nog steeds niet helder. De ruim 4000 m hoge vulkaan Mount Rainier laat zich niet zien. De volgende dag horen we tijdens een ontmoeting met een vrouw wat de reden was van het onheldere zicht: rook van bosbranden in Canada (Vancouver Island).
Terug bij de parking worden we blij verrast: onder de ruitenwisser zit de envelop die we ingeleverd hebben met $12 wisselgeld. Met uitzicht over de baai hebben we een rustige avond. We stoken het hout op wat andere gasten hebben laten liggen en gaan ook langzamerhand onze proviandrestjes opmaken. Buiten koelt het lekker af dus dat wordt straks lekker slapen (afgezien van de rooklucht binnen, afkomstig van ons vuurtje dat naast de RV brandde)









zaterdag 4 juli 2015

Zaterdag 4th of July

Plan B gaat volgens planning van start: 7 uur rijden we weg richting Port Angeles, zo'n 70 mijl rijden. Onderweg zien we nog twee white tail deers voor ons de weg oversteken, maar nu is de afstand zeker zo'n 200 m dus is er geen vuiltje aan de lucht. Bij een mooi bergmeer maken we een koffiestop. Kraakhelder water is het. De route van vandaag is sowieso een stuk mooier dan de westkant van Olympic NP. Even over 9 zijn we bij Port Angeles. Bij elk bord wat lijkt op een RV-campground vragen we of er nog plek is. Bij de 3e (een KOA) lijkt het dat er nog 1 plekje is, maar een andere baliemedewerker geeft door dat de mensen zojuist besloten hadden nog een nachtje te blijven. Pech dus. Bij de 5e stop is het raak. Weliswaar een klein plekje voor $44, maar dit voorkomt verder zoeken (maar wel wifi). We zitten nu in Sequim, zo'n 13 mijl ten oosten van Port Angeles. Eerst maar een bakkie doen, de email bekijken en een lunch. Dan rijden we terug naar Port Angeles om daar de Hurricane Ridge op te gaan. Een berg van zo'n 1500 m hoog waarvan je enerzijds een uitzicht hebt op de bergen en gletsjers van de Olympic Mountains, anderzijds met uitzicht op de San Juan baai en Vancouver Island (Canada).
Tot onze verrassing is het boven op de berg warmer dan beneden. Het uitzicht boven valt tegen, het is namelijk niet helder. Nu dachten wij dat dit door de warmte kwam, maar er blijkt al een maand een bosbrand te zijn, ergens diep in het park waarvan nu de smog onze kant op komt.
We drinken eerst wat bij de camper, omdat Hetty moet wennen aan het hoogteverschil. Door de open deur zien we een white tail deer op 10 m afstand rondscharrelen. Even later zien we een kalfje (geen idee of dat bij een hert ook zo heet, in ieder geval een klein hertje) bij de moeder verschijnen. Het kalf die kennelijk ook dorst en gaat bij de moeder drinken. Een schattig gezicht. We maken hierna een kleine wandeling. We passeren een houten kot op palen. Hetty is scherp vandaag ziet onder het houten huisje twee deers (mannetje en vrouwtje) liggen. Zeker ook last van de warmte en een beschut plekje opgezocht.
Om vijf uur zijn we weer beneden in Port Angeles, waar om 6 uur de parade begint ivm 4th July viering. Dat willen we wel meemaken. We installeren ons voor het fraai versierde Court House. Klokslag zes uur komen er 5 vliegtuigjes met rook over ons heen vliegen en begint de parade met het volkslied. Een uur lang trekt er een bonte stoet van versierde voertuigen, verenigingen, brandweer en doedelzakband voorbij. Leuk om eens mee te maken.
Hierna met een kleine omweg door Sequim terug naar de camping. Het stadje ligt prachtig tussen de bergen en de baai. Fraaie huizen en goed verzorgd. Dat hebben we nog niet zo vaak gezien.
We eten pas om half tien. Rond half elf knalt er vuurwerk. Tevreden kijken we terug op deze 4th of July.






Vrijdag 3 juli Olympic NP

Vandaag doen we het rustig aan. We hebben de avond ervoor al zitten bedenken hoe we de komende dagen gaan invullen. Zoals we het gisteren gedaan hebben met het vinden van een campground, zo moeten we het zaterdag in ieder geval niet doen. Het is dan namelijk de 4th of July, DE feestdag voor de Amerikanen en dan trekken ze er massaal op uit. Dat is voor ons geen verrassing maar omdat deze week het reisschema nog veel vrijheid bood, hebben we bewust niets gereserveerd. Zelf hebben we hier geen bereik en een internetplek is er evenmin. We vragen deze ochtend in de winkel of ze ons behulpzaam kunnen zijn. Dat is geen probleem. De smartphone van de jongen die ons helpt heeft wel bereik en hij wil wel enkele telefoonnummers van campings op BainBridge Island (met de ferry ben je dan zo in downtown Seatlle) selecteren. Ondertussen gaan wij een wandeling maken in Hoh Rain Forest. Hier valt gemiddeld 4 meter regen per jaar maar dit voorjaar is het uitzonderlijk droog, zelfs een historisch laagterecord. In mei en juni is in totaal slechts 1,8 inch gevallen terwijl het gemiddelde 10,7 inch is. Dit heeft tot gevolg dat alle mossen verdroogd zijn. En dat is nu juist het bijzondere aan dit noordelijkst gelegen regenwoud. De lange slierten mos om de bomen hangen er mistroostig bij. Met een temperatuur van tegen de 30 C is het ook geen regenwoud gevoel wat op ons overkomen. De grote naaldbomen kunnen wel zo'n 80 m hoog worden en honderden jaren oud. We rijden de 12 mijl terug naar de camping waar we de lunch (overschot van de tonijnsalade van woensdag) doen. De campingjongen heeft zijn huiswerk goed gedaan , maar de lijst van telefoonnummers leidde niet tot een reservering. Dus wordt plan B bedacht voor morgenochtend: we rijden om 7 uur weg en zijn dan tegen 9 uur in Port Angeles waar diverse campgrounds zijn. Hier gaan we eerst kijken voor een plekje voor die nacht alvorens we verder de toerist uit gaan hangen. Mocht dat nou niet lukken dat rijden we alvast richting BainBridge Island. Plan C is om gewoon op de parking van een Walmart te overnachten, dat is nml geoorloofd.
Enfin.. dat zien we morgen wel. Vanmiddag gaan we terug naar de kust. Even de weg uitrijden, dan rechts, na 12 mijl links en dan rechtdoor rijden. Kind kan de was doen, alleen ben je dan wel 33 mijl verder. We vinden nog net een plekje voor de RV en installeren ons op strand tegen een boomstam. Die liggen er hier genoeg. Er staat een stevige branding maar niemand waagt zich in zee. Twee redenen: het water is erg koud en de in de branding rollende stenen wil je niet tegen je aan hebben. Drijvende boomstammen waarvoor wel gewaarschuwd wordt, zien we niet.

Hetty vermaakt zich door lekker languit te liggen. Kees experimenteert wat met z'n fototoestel, maakt een paar sudoku en gaat lekker langs het strand lopen. Hij heeft alleen de schok- en waterbestendige compactcamera van Hetty nu bij zich om niet het risico te nemen dat de Nikon nat wordt. Dat was maar goed ook want bij het balanceren op een rots verliest hij zijn evenwicht en met in de rechterhand de camera, vangt hij met zijn linkerhand de aankomende valpartij op. Dat lukt op zich prima, zij het dat de linkerschouder toch wat protesteert door de kracht die zich via de arm hierop uitoefent. Dat lijkt op een oude blessure en zal ongetwijfeld leiden tot een afspraak bij de fysiotherapeut. Dit ongemak wordt goedgemaakt doordat Kees op de terugweg een grote vogel boven in een dode boom ziet zitten, turend over de zee. Een Amerikaans stel staat door een verrekijker te turen en Kees neemt de gelegenheid waar om hiervan gebruik te maken. Wat hij al vermoedde werd bewaarheid: een eagle. Met volle zoom van de compactcamera weet hij het bewijs vast te leggen. Na ruim 3 uur op het strand vertoefd te hebben rijden we terug naar de campground waar het laatste stukje vlees uit de diepvries zijn weg vindt naar de bbq. Geen dag met wouw.. hoogtepunten maar wel een fijne relax dag. We zijn nu bijna 5 weken onderweg en dan ben je ook al aardig verzadigd aan het raken. Zo'n bos- en stranddag is dan best wel lekker.










Donderdag 2 juli: naar Olympic NP

We komen voor ons doen redelijk laat ons bed uit: half negen. Op ons gemak gedoucht en waardoor we pas om tien uur van de camping rijden. Daarom laten we de het oude fort voor wat het is en gaan de Highway 101 noordwaarts. Deze weg slingert zich in het begin langs de kust en later meer door de bossen. Doordat we regelmatig door een plaatsje rijden is de gemiddelde snelheid zo'n 40 mijl per uur. Rond het middaguur moet de tank weer gevuld worden en ook de propaan tank gaat richting “empty”, dus ook bijvullen maar. Dit houdt allemaal op waardoor we ons eigenlijk vergist hebben in de rijtijd om ons doel te halen. We hebben een camping op het oog direct aan de kust, Kalaloch geheten. Bespreken kan je hier niet, dus geldt het first come – first serve principe. Maar dan moet je niet aan het einde van de middag aan komen zetten. Enfin, we zien wel. Na de tankbeurt rijden we grotendeels door het bos. Er is weinig verkeer dus gaat de teller naar 55 – 60 mph. Op eens ziet Kees links van hem op enkele meters afstand een volwassen vrouwtjes elk uit het bos komen lopen, zo de weg op. Kees gaat vol in de remmen en het hert zet het op een lopen naar de rechterkant. We schrikken ons rot zo'n groot hert vlak voor je auto. We missen het dier op een haartje. Het enige wat de elk achterlaat is wat modder op de voorruit die van haar poten afkwam. Oefff... dat had ook anders kunnen aflopen.
Tegen vieren komen we bij 1e kustcamping. VOL! De 2e geeft het zelfde resultaat. Dat is de eerste keer in de 4,5 week die we onderweg zijn, dat het niet meezit. Nu liggen de campings hier niet voor het opscheppen dus besluiten we maar om gewoon door te blijven rijden naar het noorden. Een 20 mijl verderop zien we bij de afslag naar Hoh Rain Forest een campingbordje staan dat er 18 mijl verderop een campground is van het National Park. Maar of daar nog plek is ….?
Na 4 mijl komen we langs een klein kot dat een cafe/winkel is maar ook een kleine campground die nagenoeg leeg is. Wij besluiten om maar niet verder te rijden en hier ons bivak op te slaan. Tot onze verrassing hebben we voor $25 ook nog electriciteit en water. Ondertussen is het 5 uur geworden en blijken we 200 mijl afgelegd te hebben. Eerst maar even uitrusten en een hapje doen (pasta met zalm). Als we om 7 uur klaar zijn, bedenken we dat het misschien wel leuk is terug te rijden naar de kust om nog even een lekker een wandelingetje te doen. Dat kost een half uur maar is de moeite waard. Bij Ruby's Beach parkeren we de RV en lopen hier het strand op. Een mooi stukje kust met diverse rotsen in het water. Het strand ligt bezaaid met boomstammen die ooit hier op de groene kust stonden. Het is toevallig laag water en dat betekent dat je tussen de rotsen zeeanemonen en zeesterren aan kan treffen. Zo mooi als we dat op de plaatjes tijdens de voorbereiding hebben gezien, zien we nu niet. Wat groene anemonen en welgeteld 2 zeesterren. Maar al met al is het lekker om met voeten door het koude water te slenteren. We wachten de ondergaande zon niet af, want Kees heeft geen zin om door een donker bos terug te rijden. Zo is deze dag toch nog goed afgesloten.







donderdag 2 juli 2015

Woensdag 1 juli: naar de Pacific Coast

Om 8 uur worden we wakker doordat het zonnetje door het half open raam schijnt. In de loop vanm de nacht is het gelukkig lekker afgekoeld zodat de airca uit kon. Met de herrie en geblaas is het ook niet lekker slapen. Op het programma staat eerst de Multnomah Falls, een van de toeristische hoogtepunten van Oregon. Dit is maar een paar mijl rijden van de camping. De Historic Columbia River Highway is al van begin 1900 en niet echt geschikt voor breder auto's. Als we dan ook een touringcar als tegenligger tegen komen, moeten we toch echt de buitenspiegel inklappen en met het rechterwiel op het randje van de weg kunnen we er net langs. Verdere brede tegenliggers blijven ons gespaard maar dit is niet lekker rijden. Na de Multnomah waterval besluiten we dan ook deze toeristische highway niet verder te volgen en de Interstate 84 weer op te gaan. Hierdoor laten we een aantal watervallen links liggen, maar een score van vier vinden we wel voldoende. 20 mijl verder moeten we Portland, de grootste stad van Oregon, van oost naar west doorkruisen. Doordat Hetty zo slim was bij het waterval visitor centrum een plattegrond van de stad mee te nemen, kon den we zonder getob deze stad door. Een tom-tom hebben we tot nu toe niet gemist. We gaan naar de kust richting het stadje Riverside. Hier doen we bij de safeway boodschappen voor de rest van de vakantie en lopen richting strand op zoek naar een postkantoor om nog wat kaarten te posten. G Hierna naar de Mac Donalds om even te googlen naar campings in de buurt. De keuze valt op Fort Stevens State park, voorheen een militair fort en waar nu ook een grote camping is gesitueerd. Het is een soort schiereiland net onder grens van de staat Washington. We zijn hier de klok van 4. Nadat we een kop koffie op hebben, gaan we richting strand wandelen, zo'n 2 kilometer lopen. Als we daar aankomen, krijgt Hetty een “Texelgevoel” over haar heen: een mooi zandstrand, met helm begroeide duinen en die typische zeelucht. Ze voelt zich gelijk thuis. Vlak bij de duinovergang ligtr nog een wrak van een schip dat er zo te zien al lang ligt. We lopen een uur over het strand (lekker windje en zonnetje, zo'n 24 gr) en dan weer terug naar de camping. Gezellig een spelletje Qwirkle doen onder het genot van glaasje wijn/bier en gezouten pelpinda's. De briketten gloeien alweer lekker. De maiskolven gaan erop en daarna de biefstukken. Nu wel een truitje aan, want het koelt lekker af. Ook wel weer eens lekker na de afgelopen warme dagen.